Photoshop-texturen zijn een handig hulpmiddel dat veel mogelijkheden biedt voor de fotograaf bij het verwerken van zijn afbeeldingen. Met behulp van texturen kunt u verschillende effecten op foto's bereiken - bijvoorbeeld het uiterlijk van een vintage creëren, een foto delicater en sierlijker maken, enzovoort. Correct gebruik van textuur in fotografie kan de stijl ervan verbeteren, en in dit artikel leert u hoe u met textuur in Photoshop kunt werken.
instructies:
Stap 1
Open de foto die je wilt verwerken en laad een of twee texturen die bij de stijl passen (bijvoorbeeld een bokeh-textuur of een textuur in de vorm van vergeeld papier). Wijzig het formaat van de textuurlaag zodat de textuur je hele afbeelding bedekt met de opdracht Vrije transformatie.
Stap 2
Nadat u de textuur tot de gewenste grootte hebt uitgerekt, drukt u op Enter. Wijzig vervolgens de parameter Laagovervloeimodus en stel de meest geschikte optie in: Vermenigvuldigen, Overlay of Verzadiging. Verzadiging met 50% dekking geeft een goed resultaat.
Stap 3
Dupliceer de originele laag en plaats de textuur helemaal onderaan het lagenpalet, tussen de twee kopieën van de achtergrond. Dit verzacht het lichteffect. Experimenteer met dekkings- en overvloeimodi totdat u tevreden bent met het resultaat.
Stap 4
Voeg een extra textuur toe van de geselecteerde door deze naar de originele afbeelding te slepen, tussen de kopie van de achtergrond en de eerste textuur. Zet de overvloeimodus voor lagen op Overlay.
Stap 5
Tweak de voltooide versie - voer kleurcorrectie uit om het beste kleureffect te bereiken (bijvoorbeeld om het aantal geel en rood te vergroten).
Stap 6
Experimenteer met de parameters Tint / Verzadiging en Kleurmodus, probeer verschillende overvloeistijlen toe te passen op de afbeelding en verschillende mate van transparantie ten opzichte van elkaar. Dit zal u helpen uw foto te maken met originele effecten.