Het eenvoudigste geometrische patroon wordt een driehoek genoemd. Het bestaat uit drie punten - dit zijn de hoekpunten van de driehoek en drie segmenten - dit zijn de zijden van de driehoek, die al zijn hoekpunten verbinden. Er zijn veel driehoeken in de wereld om ons heen. En het is belangrijk om te leren hoe je ze correct kunt tekenen.
Het is nodig
Potlood, liniaal, papier
instructies:
Stap 1
Zet drie stippen op het papier. Plaats ze op enige afstand van elkaar zodat het handig is om deze punten met elkaar te verbinden. Hoe dichter de punten bij elkaar liggen, hoe kleiner het patroon zal zijn. Hoe verder de punten van elkaar verwijderd zijn, hoe groter de driehoek zal worden.
Stap 2
Zorg ervoor dat de drie punten niet op dezelfde rechte lijn liggen. Dit is de basisregel voor het tekenen van een driehoek. Plaats de liniaal op een stuk papier zodat twee willekeurige punten precies langs deze liniaal liggen, alsof u deze twee punten met een potlood gaat verbinden. In dit geval moet het derde punt zich op enige afstand van de liniaal bevinden. In geen geval mogen alle drie de punten tegelijkertijd langs de liniaal liggen, anders werkt geen driehoek.
Stap 3
Verbind alle punten met elkaar om een gesloten vorm te vormen. Trek eerst een lijn van het ene punt naar het andere met een potlood. Gebruik een liniaal om de lijn perfect recht te houden. Verbind vervolgens de andere twee punten. En teken de laatste, derde lijn. Dus alle punten worden met elkaar verbonden, alsof ze elkaars hand vasthouden. En je ziet een driehoek voor je.