Anthuriumbloem is een plant uit tropische en subtropische regenwouden van Zuid- en Midden-Amerika, veel soorten worden gekweekt als snijpotplant. Er zijn veel soorten bekend met verschillende kleuren en vormen van de sprei.
Anthurium is qua schoonheid en gratie vergelijkbaar met de roze flamingovogel. De bladeren hebben verschillende vormen - van eenvoudig ovaal langwerpig tot ingewikkeld ontleed. De bloeiwijze is een oor met een hartvormig dekblad. Bloemen zijn biseksueel, middelgroot, dicht op de kolven geplant.
Duur van de bloei is van enkele uren tot meerdere dagen. De vrucht is een sappige vlezige, soms bonte bes met zaden erin. Onder natuurlijke omstandigheden wordt de plant bestoven door insecten en wind; wanneer gekweekt in een kamer, is kunstmatige bestuiving noodzakelijk. Als een vrucht thuis verschijnt, lijkt deze tijdens het rijpen uit het bloemdek te worden getrokken en aan twee dunne haren te hangen - dit betekent dat de zaden klaar zijn om te zaaien.
Anthurium is erg kieskeurig over de grond. De samenstelling ervan, naast bladland, moet pijnboomschors, houtskool, grof zand omvatten, in een verhouding van 5: 1: 1: 1, drainage is vereist. Het grondmengsel is wenselijk licht zuur (pH - 4, 5-5,5), de pot is ruim, zodat er ruimte is voor stekken en luchtwortels. Een plant tot vier jaar oud moet jaarlijks in het voorjaar en daarna na 2-3 jaar worden herplant.
Planten zijn gemakkelijk te verzorgen - de optimale temperatuur voor een goede groei is 18-22 ° C. De plant verdort bij fel zonlicht, daarom heeft halfschaduw de voorkeur. Giet regelmatig met warm water, maar vul het niet. Wanneer de grond drassig wordt, rotten de wortels en sterven de planten. De meeste soorten hebben irrigatie nodig, behalve die met fluweelachtige bladeren.
Van maart tot september, twee keer per maand, wordt bemest met minerale meststoffen (2 kg per 1 liter water), deze kunnen worden afgewisseld met organische stof. Anthuriums worden vermeerderd door zaden, zijscheuten, stekken, nakomelingen en gelaagdheid.