Voordat je begint met het maken van een strip, moet je basis tekenvaardigheden ontwikkelen, namelijk: kennis van compositie, perspectief en ontwerp van verschillende objecten en personages.
Samenstelling. Er moet op zijn minst een algemeen begrip zijn van de structuur van het beeld, een duidelijke overdracht, een hiërarchie van visuele elementen. Het doel is om snel en efficiënt een boodschap over te brengen aan de lezer. Waarom is het zo belangrijk? Vaker wel dan niet, lezen mensen strips zo snel mogelijk. Niemand wil struikelen over onbegrijpelijke beelden. Er zijn verschillende compositieniveaus: individuele panelen en tekeningen erop, compositie van panelen op een pagina, tekstballonnen plaatsen. Met een lopende lezing moet alles duidelijk zijn.
Compositie is niet alleen het tekenen van een mooi, maar ook begrijpelijk beeld. Het is niet altijd de moeite waard om je te concentreren op kleine details. Daarom moet je begrijpen dat je niet alleen tekeningen maakt, maar een verhaal vertelt.
In perspectief tekenen. Je moet begrijpen hoe je in perspectief kunt tekenen met één, twee, drie punten. Leer schaduwen af te beelden, gebruik inzoomen, uitzoomen. Het is noodzakelijk om vaker te trainen en de held in de ruimte uit te beelden.
Personage ontwerp. Als er een verhaal is, dan vertel je dat via de personages, en die moeten op hun beurt aantrekkelijk zijn. Leer de vraag te beantwoorden hoe je de aandacht kunt vestigen op delen van het lichaam van het personage, geef ze unieke kenmerken. Kennis van anatomie, kleding tekenen, accessoires, emoties komen ook van pas.
Ontwerp van voertuigen, objecten en omgevingen. Personages leven niet in een vacuüm, ze moeten ergens mee omgaan. Huizen, mokken, bomen, auto's, wolken - met dit alles moet je aan de slag.
Werken met kleur. Begrijp het gedrag van licht en schaduw. Leer licht te laten zien vanuit verschillende hoeken, bepaalde lichtbronnen, sfeer met behulp van kleuren.
