Haken wordt steeds populairder. En dat allemaal omdat leren breien met een haaknaald veel gemakkelijker is dan breien. Een eenvoudige sjaal of jas, sokken of trui, servetten en kant, maar ook speelgoed en sieraden - je kunt bijna alles haken. Er zijn verschillende soorten breiwerk. Voor eenvoudig breien wordt een korte haaknaald gebruikt; voor vorkbreien zijn zowel een haak als een speciale vork nodig. Tunesisch breien maakt gebruik van een lange haaknaald. Er is ook een soort breien waarbij individuele motieven worden gecombineerd tot één product. Dit breiwerk wordt Ierse kant genoemd.
Het is nodig
draad, haak
instructies:
Stap 1
Voor het haken zijn zowel dunne als dikke draden geschikt. Kies daarom de haak in overeenstemming met de dikte van het garen. Om producten van dik garen te breien, is een haak van 3 tot 6 mm geschikt. Gebruik voor dunne draden zoals iris, floss, garus een haaknaald met een diameter van 1,5 tot 2,5 mm. Er is een regel voor het bepalen van het haaknummer voor de baan. De dikte van de haak moet 2 keer de dikte van de draad zijn. Het is echter mogelijk dat deze regel niet wordt gevolgd als u verschillende effecten wilt bereiken. Als je breit met een dik haakwerk van dunne draden, zal de gebreide stof opengewerkt worden. En omgekeerd krijg je een strak breiwerk als je een doek breit van dunne draden met een dun haakwerkje.
Stap 2
Je kunt op twee manieren haken: plat en rond. Voor een plat breisel, brei heen en weer. Bij dit type breiwerk zijn de voor- en achterkant van het product hetzelfde. Je kunt ook alleen vooruit breien. Vervolgens moet aan het einde van elke rij de draad worden afgesneden en vastgemaakt. Bij rondbreien worden producten in een cirkel gebreid.
Stap 3
De haak moet met duim en wijsvinger in de werkende hand worden gehouden, rustend op de derde vinger. En houd de werkende draad vast met de duim en wijsvinger van je andere hand. Maak de eerste lus door deze eenvoudig te binden met een touwtje. Steek de haak in de lus. Gooi de draad op de haak en trek de draad erdoor. Zo worden alle hoofdlussen gebreid: lucht, half haken, stokjes en vasten.
Stap 4
Maak met behulp van luchtlussen een breibasis. Bind een ketting van steken en ga verder met breien. Deze lussen worden ook gebruikt om naar de volgende rij te klimmen. Om een enkele haak te maken, moet je de haak in de lus steken, dan een draad over de haak maken en deze door de lus trekken. Sla nogmaals over het haakwerk en haal door beide lussen op het haakwerk. Brei de volgende kolom op de volgende lus van de ketting.
Stap 5
Een lus die een halve haak wordt genoemd, is hoger dan een enkele haak, maar kleiner dan een dubbele haak. Maak eerst een draad over het haakwerk en steek het haakwerk dan in de volgende lus. Trek de werkende draad eruit. Maak vervolgens een ander garen tegen de klok in en haal de draad door de drie lussen op de haaknaald. Op basis van deze lussen kun je verschillende haakelementen maken. Bijvoorbeeld een klomp, een blad, een halve ring en een ring, en andere.