Cijfers van paarden zijn te zien in oude fresco's, schilderijen van beroemde kunstenaars en schilderijen. Er zijn kunstenaars die een belangrijk deel van hun leven hebben gewijd aan het tekenen van paarden. Een beginnend tekenaar kan ook leren hoe hij deze prachtige dieren moet portretteren.
Begin met kijken naar
Overweeg een paar foto's van paarden. Het is beter als dit tekeningen zijn, geen foto's of schilderijen. Besteed aandacht aan de vormen van het lichaam, hoofd, benen. Stel je de middellijnen van de romp, nek, hoofd en benen voor. Bepaal de hoeken waaronder deze lijnen zich ten opzichte van elkaar en de horizonlijn bevinden. Schat de geschatte verhouding van de axiale afmetingen.
Schets de hoofdlijnen
Leg het blad horizontaal. Je kunt dieren tekenen met een stevig eenvoudig potlood. Trek een horizontale lijn over het hele vel op korte afstand van de onderrand van het vel. Dit is een belangrijke richtlijn waarmee u de rest van de lijnen gaat tekenen. Trek de middellijn van de romp evenwijdig aan de horizontale lijn. Het kan ook onder een kleine hoek omhoog of omlaag gaan. Markeer op deze lijn de lengte van je romp. Markeer de plaats waar de nek zal zijn. Trek een lijn voor de nek in een hoek van ongeveer 135 ° met de middellijn. De lengte zal iets kleiner zijn. Trek de axiale lijn van het hoofd naar de neklijn in een hoek van 70-80 ° met de neklijn. Bepaal de positie van je benen. Bij een galopperend paard lopen de achterbenen in een hoek van ongeveer 60 ° ten opzichte van de lichaamslijn, de voorbenen in een stompe hoek van 135° tot ongeveer 170 °. De lengte van de benen is ongeveer gelijk aan de lengte van het lichaam.
Teken de contouren
Het lichaam van het paard is een lang ovaal, de nek is een trapezium dat naar boven wordt verlengd. De kop is ook trapeziumvormig. Teken deze geometrische vormen in verhouding. Strijk de hoeken glad. Houd er rekening mee dat de bovenste en onderste delen van de benen ook trapeziumvormig zijn en dat de middelste fragmenten cilindrisch zijn, die er op het vlak net als strepen uitzien. Teken de contouren van de benen, schets de grenzen van de hoeven. Een achterpoot en een voorpoot zijn volledig zichtbaar. Teken de dij en de schouder. De dij heeft de vorm van een boog, waarvan het convexe deel naar voren is gericht. De schouder is scherper en meer een hoek dan een boog.
Manen en staart
Teken een driehoekig oor. Een van de meest karakteristieke kenmerken van een paard zijn de manen. Het bestaat uit twee delen - een kleine knal die tussen de oren groeit en naar voren is gericht, en strengen, die tijdens de sprong een absoluut ongelooflijke vorm kunnen hebben. Je kunt ze met willekeurige lijnen tekenen, maar je moet proberen de richting van de haargroei te volgen. Wat de staart betreft, deze kan hangen of fladderen. Teken het met lange, gebogen lijnen. Teken in het oog, neusgat en haar. Je kunt het paard en zijn meest karakteristieke delen traceren met een zachter potlood, en het paard ook schilderen met kleurpotloden. Op dezelfde manier wordt een paard getekend met waskrijtjes, optimistisch of houtskool.