Een kaars is een van de mooiste en meest mysterieuze lichtbronnen. Dit oude huishoudelijke artikel werd gebruikt bij waarzeggerij, rituelen en andere activiteiten. Ook nu nog gebruiken mensen kaarsen als er thuis geen elektriciteit is of als ze thuis romantisch willen dineren. Je kunt kaarsen tekenen met gewone kleurpotloden, maar je kunt ook was of gewone pastelkleuren proberen - dit is ook een goede optie.
instructies:
Stap 1
Denk allereerst na over de algemene samenstelling van de afbeelding: de vorm van de kaars, de kandelaar, de kleur, aanvullende details (optioneel).
Stap 2
Meestal heeft de kaars een cilindrische vorm. Als het lang brandt, smelt de bovenkant en wordt het ongelijk. Teken een bleke omtrek met een eenvoudig potlood, dan een lont, een vlam. Neem een echte kaars en steek hem aan, of zoek foto's op internet. De vlam kan immers rechtop staan of zwaaien, hij kan dun en langwerpig of klein zijn. Kies een geschikte vlamconditie.
Stap 3
Aan de basis moet de kaarsvlam donker zijn (scharlaken, paars of blauw). Dichter bij de punt wordt de vlam bijna wit. Het is beter om te beginnen met een wit potlood of krijt en beige (room, tarwe), geel, dan rozerood en blauw toe te voegen aan de onderkant van de vlam. Kies de verhoudingen van de kleuren naar eigen goeddunken. Je tekent tenslotte een kaarsvlam, geen strikte kubus.
Stap 4
Laat je slagen licht zijn, in het begin bijna luchtig. Intensiveer vervolgens de kleuren alsof u potloden in papier rijdt. Klein geheimpje: wanneer lichtere tinten over donkere tinten worden aangebracht, wordt het oppervlak gladder, pasteuzer en vloeien de kleuren soepel in elkaar over. Dit is vooral merkbaar bij het tekenen met potloden of kleurpotloden.
Stap 5
Het licht van de vlam divergeert in alle richtingen en vormt een halo. Probeer de streken bij de rand die het verst van de kaars verwijderd is, zo licht mogelijk te maken, zodat ze lijken op te lossen in de duisternis. Begin met roze en/of beige tinten en versterk het effect dichter bij de vlam met wit.
Stap 6
Teken nu de lont met zwarte en grijze kleuren en ga verder met het schilderen van de kaarsvet van donker naar licht. Hoewel het cilindrisch van vorm is, heeft het geen schaduwen die typisch zijn voor gewone cilindrische objecten. Licht valt van bovenaf. Het is daar dat de lichtste ruimte zich zal bevinden. Naar beneden wordt de kaars donkerder en krijgt hij warmere tinten. Bruine en gele oker, lichte sienna, oranje, tarwe en witte kleuren zijn heel geschikt voor kaarsen.
Stap 7
Teken een kandelaar. Er valt een schaduw op van de kaars zelf, zodat de schittering van het licht nauwelijks waarneembaar is. Om het volume aan te geven, moeten ze echter worden toegepast. Begin met chocolade, bruine oker en voeg sinaasappel, grijs en oker toe. Je hebt veel lagen nodig om het oppervlak van de kandelaar een dichtheid te geven.