De sneeuwscooter is niet langer uitsluitend een werkvoertuig dat in het harde Verre Noorden wordt gebruikt. Tegenwoordig is erop rijden een fascinerende vorm van recreatie en sport voor mensen die een actieve levensstijl leiden.
instructies:
Stap 1
Sport-sneeuwscooters zijn verplicht om deel te nemen aan races. In tegenstelling tot hun toeristische en utilitaire tegenhangers, zijn ze krachtiger en lichter. Zo'n auto heeft geen kofferbak en maar één stoel. Dankzij het lichtmetalen basisframe en de korte baan is de sneeuwscooter wendbaar en gemakkelijk te hanteren. Een motor met een cilinderinhoud tot 700-800 cm3 is in staat om de auto te versnellen tot een snelheid van meer dan 200 km/u.
Stap 2
De meest dynamische en spectaculaire discipline van sneeuwscooteren is langlaufen. Om het uit te voeren, heb je een gesloten baan met natuurlijke obstakels nodig, die zich buiten de wegen bevinden. De lengte van de cirkel mag niet minder zijn dan 15 km. Elk van de races duurt ongeveer 20 minuten. Hogesnelheidssecties bevatten afwisselende hoogteverschillen, moeilijke bochten en sprongen. Deelnemers halen rivalen in tijdens de race.
Stap 3
In cross-country races, genaamd "enduro" ("uithoudingsvermogen"), is de belangrijkste kwaliteit van de deelnemer niet alleen het vermogen om de tegenstander in te halen, maar ook uithoudingsvermogen te tonen bij het overwinnen van de baan. Het enduro-parcours is een vicieuze cirkel die over ruig terrein loopt. In dit geval is het opnemen van openbare wegen mogelijk. De lengte van de cirkel is 40-60 km. Chauffeurs moeten 3-4 van dergelijke afstanden per dag afleggen. De cirkel is verdeeld in verschillende tijdcontrole-intervallen. Om elk van hen te overwinnen, krijgt de rijder een strikte tijdslimiet, waarvan afwijking kan worden bestraft met strafpunten.
Stap 4
De snelste discipline is sprintcross. Op een crossbaan, gesloten in een ring en uitgerust met veel verschillende obstakels, bochten en sprongen, wordt een reeks races georganiseerd met deelname van meerdere renners. De lengte van de route is 0, 65-0, 80 km. De breedte op de smalste plaats moet minimaal 7 meter zijn.
Stap 5
Bij het besturen van een sneeuwscooter is het belangrijk dat de berijder voor zijn eigen veiligheid zorgt. Voor elke rit moet de machine grondig worden geïnspecteerd en tijdig worden onderhouden. Bij het oversteken van de weg, stop de sneeuwscooter en zorg ervoor dat er geen voertuigen zijn.
Stap 6
Je moet gekleed gaan in sneeuwscooteruitrusting. Bovenkleding moet beschermen tegen de wind. Een helm, handschoenen en laarzen zijn verplicht. De helm moet geschikt zijn voor de ruiter en moet een veiligheidscertificaat hebben.