De mode voor gebreide artikelen verandert voortdurend. Maar welke nieuwe trends er ook verschijnen, de liefde en interesse van naaisters in opengewerkte patronen zal nooit voorbijgaan. Zij zijn het immers die de meeste topjes, jassen, capes en sjaals zo luchtig en sierlijk maken.
Wat is een opengewerkt patroon?
Opengewerkte patronen zijn zeer divers: ze kunnen bestaan uit kleine of grote motieven, eenvoudig of zeer complex van uitvoering zijn, verticaal, horizontaal of diagonaal georiënteerd. Dingen die verband houden met opengewerkte patronen wekken de indruk van echte kunstwerken, maar het schema voor hun constructie is altijd hetzelfde, heel eenvoudig en gebaseerd op één principe - de vermindering van lussen wordt altijd gevolgd door hun toevoeging met behulp van garens, en vice versa. Een bepaalde volgorde van de rangschikking van dergelijke toenames en afnames op de gewone gebreide stof en vormt uiteindelijk een opengewerkt patroon, dat soms ook kant wordt genoemd.
Regels voor het maken van opengewerkte patronen
Bijna alle soorten opengewerkte breisels zijn eenvoudige combinaties van open lus-toevoegingen. Elke nieuwe lus wordt verkregen door een draad op een breinaald te gooien en het resulterende haakwerk te breien. Zo'n eenvoudige handeling creëert het effect van een doorschijnend, luchtig canvas.
Het geselecteerde garen kan de meest directe invloed hebben op het uiterlijk van opengewerkt breiwerk. Als u een patroon met een heldere en reliëfstructuur nodig heeft, is het beter om een duurzaam, elastisch materiaal te kiezen, en zacht garen of een fleecedraad geeft het effect van een wazig patroon. Bovendien wordt het aanbevolen om bijzonder fijne wol- of katoengarens te breien met breinaalden met grote diameters - dit geeft het patroon extra "perforatie".
In sommige breisels, in de eenvoudigste, wordt elke toevoeging van lussen gedaan naast een afname. Als gevolg hiervan blijft het totale aantal lussen in elke rij ongewijzigd. In iets complexere opengewerkte patronen worden optellen en aftrekken op verschillende plaatsen van dezelfde rij gemaakt. In de meest complexe breipatronen worden deze twee bewerkingen in verschillende rijen uitgevoerd. Dit maakt het wat lastig om het benodigde aantal lussen te berekenen, maar op deze manier ontstaan de meest verfijnde patronen.
Een voorbeeld van een mooi opengewerkt patroon
Een van de mooiste en meest ongecompliceerde uitvoeringen is het opengewerkte patroon "boucle op opengewerkt". Dit patroon is zeer delicaat en is zeer geschikt voor kinderproducten.
Voor de uitvoering van het patroon "boucle op kant", moet u op de naalden een veelvoud van 4 lussen draaien en 2 extra randlussen toevoegen. De eerste rij en alle oneven rijen moeten worden gebreid met averechte lussen. De tweede rij begint met drie lussen, verenigd door een klassieke averechte lus, en gaat verder met nog drie, gebreid aan de basis van één. De vierde rij bestaat uit drie lussen, gebreid van één, en nog drie, aan elkaar gebreid met een klassieke averechte lus. Vanaf de vijfde rij wordt het hele patroon herhaald.