Rivierbaars onderscheidt zich door dwarse donkergroene strepen aan de zijkanten. De zeebaars doet qua uiterlijk enigszins denken aan een rivierman. Hij is echter zo verschillend van hem in veel kenmerken van de interne en externe structuur dat ze niet alleen worden toegeschreven aan verschillende families, maar ook aan verschillende soorten vissen.
instructies:
Stap 1
Dimensies. Rivierbaars heeft een langwerpig lichaam bedekt met kleine schubben. De grootte van de vis is niet te groot: de gemiddelde lengte is 15-20 cm De grootste individuen bereiken een lengte van 50 cm De massa van de rivierbaars kan 1-2 kg bereiken, maar dit zijn de maximale waarden. De zeebaars is vergelijkbaar met zijn riviertegenhanger: de kleinste vertegenwoordigers worden 20 cm lang en de grootste is 1 meter lang en weegt 20 kg.
Stap 2
Kleur. Let op de doffe groene kleur van de zoetwatervis met een zilveren tint. Aan de zijkanten van de rivierbaars zitten dwarse donkergroene strepen. Hun aantal: van 5 tot 9. De achterkant van de vis is in een zeer donkere kleur geverfd en de buik is daarentegen wit. Bekijk de baars in verschillende habitats: hun kleur is aanzienlijk anders. In diepe boszoetwatermeren is het lichaam van de baars meestal erg donker van kleur. In ondiepe wateren met een zandbodem en een goede lichttransmissie heeft de vis een lichte kleur. De meeste vertegenwoordigers van de diepzee worden gedomineerd door rode tinten. Geen wonder dat de meest populaire Sebastes pinniger is. Dit is een sinaasappel- of kanarie zeebaars.
Stap 3
vinnen. De rivierbaars heeft twee rugvinnen die heel dicht bij elkaar liggen. De eerste rugvin is hoger en langer dan de tweede en oogt bovendien wat agressiever door de stekelstralen. Kijk goed naar de vin en je ziet aan het einde een zwarte vlek: dit is een onderscheidend kenmerk van de soort. De baars heeft een kleine bult voor de eerste vin. Raak de tweede rugvin aan: de stralen zijn zacht. De buikvinnen hebben een rode rand, maar zijn zelf licht. Voel de stralen van de buikvinnen: ze zijn stekelig. De borstvinnen zijn iets korter van formaat dan de buikvinnen: hun kleur is fel oranje. Maar raak in geen geval de stralen van de vinnen van de zeebaars aan: hun uiteinden zijn uitgerust met giftige klieren die pijnlijke lokale ontstekingen veroorzaken.
Stap 4
Schubben, mond, kieuwen. Let op de structuur van de schalen: bij rivier- en zeebaars is het bijna hetzelfde. De geschubde omslag is erg strak en er zijn kleine stekels aan de uiteinden. Hierdoor voelt het lichaam van de vis nogal ruw aan. Op de wangen komen ook schubben voor. Ze zijn alleen afwezig op de staartvin. Hoe ouder de baars, hoe sterker en harder de schubben. De bek van de vis is wijd: er zijn verschillende rijen borsteltanden in de holte. Merk op dat de baars geen slagtanden heeft. De bovenkaak eindigt in de verticale lijn van het midden van het oog. De iris van het oog van de rivierbaars is geel en die van de zeebaars is rood. Kijk naar de kieuwen: aan de achterkant van de kieuwdeksels zitten scherpe stekels. In dit geval groeien de kieuwmembranen niet samen. De zeebaars is, net als de rivierbaars, een roofdier. Tegelijkertijd gaat de vis gemakkelijk van het ene voedsel naar het andere.
Stap 5
Het verschil tussen vrouwen en mannen. Uiterlijk hebben individuen kleine verschillen. Mannetjes hebben meer schubben in de zijlijn, stekelstralen zijn aanwezig in de tweede rugvin, het lichaam is minder lang, maar het bekken is groot en de staartvin heeft een langere basis. Bij vrouwtjes is de buik in de pre-paaiperiode gevuld met kaviaar. Interessant is dat zeemannetjes die nesten op de bodem bouwen een fellere kleur hebben dan mannetjes die in de kudde blijven. Tijdens de bouw worden de rug-, dwarsstrepen op het lichaam, buik en buikvinnen van de zeebaars zwart. Zodra de tandbaars het nest verlaat, keert zijn normale kleur terug.