De term "klassieke muziek" wordt soms erg ruim geïnterpreteerd. Het omvat niet alleen de werken van uitstekende componisten van de afgelopen jaren, maar ook de hits van populaire artiesten die wereldberoemd zijn geworden. Niettemin is er een strikt authentieke betekenis van 'klassiekers' in de muziek.
In enge zin verwijst klassieke muziek naar een vrij korte periode in de geschiedenis van deze kunst, namelijk de 18e eeuw. De eerste helft van de achttiende eeuw werd gekenmerkt door het werk van vooraanstaande componisten als Bach en Händel. Bach ontwikkelde de principes van het classicisme als de constructie van een werk in strikte overeenstemming met de canons. Zijn fuga is een klassieke - dat wil zeggen een voorbeeldige - vorm van muzikale creativiteit geworden.
En na de dood van Bach opent een nieuwe fase in de muziekgeschiedenis, geassocieerd met de namen Haydn en Mozart. Het nogal complexe en zware geluid werd vervangen door lichtheid en harmonie van melodieën, gratie en zelfs wat koketterie. Toch blijft het een klassieker: in zijn creatieve zoektocht zocht Mozart de ideale vorm.
De werken van Beethoven vertegenwoordigen de kruising van de klassieke en romantische tradities. In zijn muziek worden passie en gevoel veel meer dan de rationele canon. Tijdens deze periode van vorming van de Europese muziektraditie werden de belangrijkste genres gevormd: opera, symfonie, suite, sonate.
De brede interpretatie van de term "klassieke muziek" impliceert het werk van componisten uit vroegere tijdperken, dat de tand des tijds heeft doorstaan en een standaard is geworden voor andere auteurs. Soms betekenen de klassiekers muziek voor symfonische instrumenten. De meest duidelijke (hoewel niet wijdverbreid) kan worden beschouwd als de definitie van klassieke muziek als die van de auteur, duidelijk gedefinieerd en implicerend uitvoering binnen het gegeven kader. Sommige onderzoekers dringen er echter op aan om academische (dat wil zeggen, ingeklemd in bepaalde kaders en regels) en klassieke muziek niet te verwarren.
Mogelijke casuïstiek zit verborgen in de evaluatieve benadering om de klassiekers te definiëren als de hoogste prestaties in de muziekgeschiedenis. Wie is de beste? Kunnen de jazzmeesters, The Beatles, The Rolling Stones en andere erkende auteurs en artiesten tot de klassiekers worden gerekend? Aan de ene kant wel. Dat is precies wat we doen als we hun werken exemplarisch noemen. Maar aan de andere kant mist pop-jazzmuziek de striktheid van de muzikale tekst van de auteur, die kenmerkend is voor de klassiekers. Daarin daarentegen is alles gebaseerd op improvisatie en originele arrangementen. Hierin is er een fundamenteel verschil tussen klassieke (academische) muziek en de moderne post-jazzschool.