Hoe De Stukken Bewegen

Inhoudsopgave:

Hoe De Stukken Bewegen
Hoe De Stukken Bewegen

Video: Hoe De Stukken Bewegen

Video: Hoe De Stukken Bewegen
Video: HOW CHESS PIECES MOVE | Beginner Tutorial 2024, November
Anonim

Het strategiespel, met meer dan 1500 jaar geschiedenis, verscheen voor het eerst in India. In die verre tijden zag het schaakspel er anders uit, en het spel zelf heette "chaturanga". Modern schaken bestaat uit zes soorten stukken die bewegen op een bord van 64 cellen. Elk type figuur beweegt zich volgens strikte regels langs een individueel pad.

Hoe de stukken bewegen
Hoe de stukken bewegen

instructies:

Stap 1

De pion (infanterie) is het meest talrijke en zwakste stuk op het schaakbord, de koning niet meegerekend. Hij gaat slechts één veld vooruit, maar vanuit zijn beginpositie kan de pion twee velden bewegen, d.w.z. door de kooi. Verslaat een pion schuin en neemt de positie aan waarin het stuk van de tegenstander stond. Aan het begin van het spel heeft elke speler acht pionnen, ze vormen een solide eerste rij en vervullen een verdedigende functie.

Stap 2

De loper (bisschop, officier) wordt beschouwd als een gemiddeld schaakstuk, hij kan alleen diagonaal in elke richting en op een willekeurig aantal velden bewegen. Aan het begin van het spel hebben de tegenstanders elk 2 lopers, waarvan er één op witte velden staat en de andere op zwarte. In de beginpositie bevindt de ene loper zich tussen het paard en de koningin, de andere - tussen het paard en de koning.

Stap 3

De ridder (cavalerie) is het enige stuk op het schaakbord dat langs een gebroken pad beweegt. Het paard beweegt in elke richting met de Russische letter "G", bestaande uit 4 cellen. Het voordeel ten opzichte van andere stukken is dat het paard over zijn eigen stukken en die van de tegenstander kan springen. Aan het begin van het spel heeft elke speler twee ridders tot zijn beschikking, symmetrisch tussen de toren en de loper.

Stap 4

De toren (toren, schip) is een sterk stuk dat een zeer belangrijke rol speelt in een schaakspel. De toren beweegt recht in elke richting horizontaal en verticaal naar een willekeurig aantal vierkanten. De toren is het enige stuk dat gekasteeld is. Aan het begin van het spel hebben de spelers twee torens, die zich rechts en links op de buitenste velden van het bord bevinden.

Stap 5

De koningin (koningin) is het sterkste en meest agressieve stuk in het schaken. Beweegt naar een willekeurig aantal velden in elke richting, zowel recht als diagonaal. Aanvankelijk bevindt de koningin zich tussen de koning en de bisschop, op het vierkant dat overeenkomt met zijn kleur.

Stap 6

De koning is het belangrijkste stuk op het schaakbord, de taak van de overgebleven stukken is om de stukken van de tegenstander niet in een hopeloze positie te laten komen. De koning kan in elke richting bewegen en slaan, maar slechts één veld. Het enige geval dat voorziet in de zet van de koning door één veld is rokeren met de toren vanuit de beginpositie, terwijl er geen andere stukken tussen mogen staan.

Aanbevolen: