Het vakmanschap van de artiest is volgens beroemde musici voor 10% afhankelijk van talent en voor 90% van doorzettingsvermogen. Met andere woorden, een persoon met middelmatige gegevens en een groot verlangen zal veel beter leren spelen dan een getalenteerde luie persoon.
instructies:
Stap 1
Train elke dag. Vast werk is veel efficiënter dan periodiek werk. Muzikale prestaties zijn gebaseerd op spier- en motorgeheugen, dat dagelijkse versterking vereist. Met andere woorden, als je elke dag oefent, verbeter je je techniek, terwijl je zelden oefent, verslechtert het.
Stap 2
De duur van de lessen mag in eerste instantie niet langer zijn dan 30-40 minuten. Verhoog de tijd na verloop van tijd tot een uur, twee, drie of meer. Professionals trainen 6-8 uur per dag. Als je van plan bent om op een hoog niveau te spelen, bereid je dan geleidelijk voor op deze modus.
Stap 3
Los tijdens de les verschillende problemen op, afhankelijk van het vaardigheidsniveau en de complexiteit van de werken. Speel eerst een paar oefeningen om je vingers te strekken, geef ze flexibiliteit en flexibiliteit. Ten tweede, lees een of twee werken in het zicht om uw vaardigheden en de snelheid van waarneming van nieuw materiaal te analyseren. Ten derde, handel rechtstreeks met het stuk dat u van plan bent te spelen tijdens de uitvoering. Breng de meeste tijd met hem door.
Stap 4
Het is bijna onmogelijk om een groot stuk in één dag te leren. Verdeel het werk daarom over meerdere dagen: demonteer in het eerste deel het eerste deel afzonderlijk met elke hand, in het tweede deel je de handen, in het derde deel ga je naar het volgende deel, enz.
Stap 5
Woon optredens van andere muzikanten bij. Analyseer hun speelstijl, interpretatie van de bedoeling van de auteur. Speel dan (indien mogelijk) dezelfde stukken, maar rekening houdend met je eigen mening over een bepaald tijdperk, genre en idee.
Stap 6
Studeer met een leraar. In de regel behalen autodidactische muzikanten om drie redenen geen groot succes: ten eerste is het moeilijk om de juiste positie nauwkeurig te reproduceren (de armen en het lichaam worden ongemakkelijk, wat leidt tot verwondingen en het niet toestaan van sommige passages). Ten tweede heeft elke stijl zijn eigen regels voor het uitvoeren van bepaalde versieringen en bewegingen (bijvoorbeeld accenten in trillers).
Ten derde is de les een soort stimulans en wordt de muzikant, zelfs met een sterk verlangen, vaak gehinderd door luiheid. De leraar zal de muzikant prompt aansporen om aan zichzelf te werken als zijn eigen lont is doorgebrand.