Wanten beschermen de handen perfect bij koud weer. Er zijn twee manieren om wanten te breien.
De eerste manier - wanten worden op twee breinaalden gebreid, dat wil zeggen in afzonderlijke delen. Dit is een heel eenvoudig breisel, maar wordt zelden gebruikt. Als u echter nog niet zo lang geleden breit, zal het erg handig voor u zijn. Het is beter om smalle breinaalden te nemen, bijvoorbeeld nr. 2, 5. De maat van de wanten en het aantal lussen moet u zelf berekenen. Om wanten te breien, heb je wol of een ander geschikt garen nodig, of je kunt oude gebreide wollen items losmaken. Zet het vereiste aantal lussen op - dit wordt de basis van de want, liggend op de pols. Brei dan verder met een elastische band die je leuk vindt, maar bij voorkeur 1x1, ongeveer 6 cm, tot aan de handpalm. Daarna wordt het ongeveer 3-4 cm tot aan de duim gebreid en worden 12 lussen per speld verwijderd (meer lussen kunnen worden verwijderd - afhankelijk van de grootte van de vinger). De overige lussen worden ook tot aan de vingertoppen gebreid. Breien eindigt met een klein aantal rijen met een 1x1 elastische band. Breng de resterende lussen voor de vinger over naar de breinaald en brei volgens de maat van de vinger. Het resultaat is een halve want. De andere helft van de want wordt op dezelfde manier gebreid, alleen zonder vinger en wordt met de eerste helft met een onopvallende naad genaaid. Daarnaast kun je op deze manier zelf wanten breien met breinaalden en haken. Het is eenvoudig genoeg.
De tweede manier - de wanten worden gebreid op 5 breinaalden. De vijfde breinaald is nodig om de lussen zelf te breien, aangezien het breien altijd op vier breinaalden zal zitten. Het is noodzakelijk om de arm voor de manchet te meten, het totale aantal lussen te berekenen dat nodig is voor de set. Lussen worden op twee breinaalden gegoten en in gelijke hoeveelheden over alle vier verdeeld. Het resultaat zou een cirkel van lussen moeten zijn. Vervolgens wordt de manchet gebreid met een elastische band in een cirkel. Na de manchet wordt een wig van wanten gebreid, hiervoor worden eerst lussen toegevoegd: drie rijen gebreid, voeg in de derde een lus toe, dan twee rijen, voeg twee lussen toe, enzovoort tot aan de duim. Een klein aantal lussen moet worden verwijderd om een vinger aan een speld te binden. Verder wordt de want tot aan de pink gebreid met een recht breisel en eindigt met een teen. Voor de teen worden de lussen aan beide zijden door een rij verkleind (wijsvinger en pink). De punt is gesloten, vastgezet met een draad. De lussen worden van de speld verwijderd en gebreid volgens de maat van de vinger, terwijl de punt wordt gesloten door de lussen geleidelijk door de rij te verkleinen.