Visliefhebbers zullen bevestigen dat deze activiteit niet alleen interessant is, maar ook behoorlijk uitdagend. Succes hangt immers van veel factoren af. Zo hebben bijvoorbeeld de wind en zijn richting een grote invloed op het goed bijten van vissen.
Hoe beïnvloedt de wind een goede vangst?
Ja, succesvol vissen hangt sterk af van de windrichting. Vissers weten dat terwijl de noorden- en oostenwind waaien, veel vis niet mee naar huis kan worden genomen, omdat dergelijke winden binnenkort een koudegolf zullen veroorzaken. En met zuidelijke winden daarentegen wordt binnenkort opwarming verwacht.
Als de wind verandert, verandert ook de luchttemperatuur. Bij een daling van de luchttemperatuur koelt het reservoir af, wat het gedrag van vissen op verschillende manieren kan beïnvloeden. Hier is het niet bijzonder duidelijk of de vangst goed zal zijn of niet. In de regel kan het bijten van forel verbeteren, aangezien dergelijke vissen zich voornamelijk voeden tijdens perioden van sterke temperatuurdaling, het was bijvoorbeeld 10 graden, een koude wind blies, het werd 8 graden.
Met koude wind kun je niet hopen baars, karper, kroeskarper te vangen om de simpele reden dat ze de meest thermofiele vissen zijn. Alles zal precies het tegenovergestelde gebeuren, met een stijging van de luchttemperatuur. De beet van koudeminnende vissen zal zwak zijn en de beet van warmteminnende vissen zal succesvol zijn.
Winden kunnen niet alleen de luchttemperatuur beïnvloeden, maar ook de neerslag. Bij helder zomerweer wordt op regenachtige dagen goed gebeten en in het vroege voorjaar en het late najaar juist op zonnige dagen. Vissen in hun omgeving kunnen de kleinste veranderingen voelen en er onmiddellijk op reageren.
Hieruit volgt dat wanneer u op visreis gaat, u eerst de richting van de wind moet bepalen, en dan kan het vooruitzicht van vissen duidelijk worden.
Wind in alle seizoenen
Zoals hierboven vermeld, is de vangst in de zomer beter op regenachtige dagen, en dit wordt verklaard door het feit dat wanneer de hitte meerdere dagen stabiel is, de vissen niet genoeg zuurstof hebben. Daarom neemt zijn activiteit toe voor de regen, tijdens en na.
In het vroege voorjaar is bijna elk weer goed om te vissen, vooral op zonnige dagen. Dit komt doordat de vissen na een lange winter honger hebben en minder gevoelig zijn voor weersveranderingen. Het wordt alleen aanbevolen om in deze periode dunne, bijna onzichtbare vislijnen te gebruiken, omdat het water nog steeds onbewolkt en bijna transparant is.
In de herfst begint de vis weer activiteit te vertonen met westelijke en oostelijke winden, omdat hij de naderende kou voelt. In de winter mag een goede vangst alleen worden verwacht bij rustig en zonnig weer, wanneer snoekbaars en baars actief worden gevangen. En in een sterke sneeuwstorm en vorst is kwabaal actief.