Viooltjes zijn de meest voorkomende kamerplant onder beginnende en ervaren bloementelers. Viooltjes zullen het oog voor een lange tijd verrukken met prachtige bloemen, maar alleen met de juiste zorg en volgens de basisaanbevelingen.
Gunstige omstandigheden voor viooltjes
Viooltjes zijn redelijk lichtminnende planten, maar verdragen geen direct zonlicht. Violette potten kunnen het beste op ramen aan de west- of oostkant worden geplaatst.
Als het viooltje niet genoeg licht heeft, worden de bladeren lang en donkerder. Om de zonnestralen gelijkmatig te verdelen, moet de pot met het viooltje meerdere keren per week loodrecht in een cirkel worden gedraaid.
De meest geschikte luchttemperatuur voor een plant is 20-24 graden. Om het viooltje uitbundig te laten bloeien, mag er geen tocht in de kamer zijn.
Droge bladeren of bloemen moeten absoluut worden verwijderd. Indien nodig kunt u de onderste rij bladeren verwijderen.
Viooltjes water geven en bemesten
U kunt de plant water geven met kraanwater, nadat u deze 1-2 dagen heeft laten staan. Vervolgens moet dit water worden gekookt en afgekoeld tot kamertemperatuur. Hierdoor worden chloor en overtollige zouten uit het water verwijderd. Het wordt aanbevolen om de bloem van bovenaf water te geven, terwijl het binnendringen van water in het groeipunt wordt vermeden. Water geven moet worden gedaan wanneer de bovengrond droog aanvoelt.
Tijdens de bloeiperiode moet de plant worden gevoed. Topdressing kun je thuis maken. Voeg hiervoor de schalen van vijf eieren toe aan één liter water, laat het twee dagen brouwen, waarna de voeding klaar is.
Hoe viooltjes te transplanteren?
Het viooltje moet in drie gevallen worden getransplanteerd:
- De plant past niet in de pot.
- Slechte grond.
- De bloem begint te sterven, mogelijk als gevolg van een plaag in de grond.
Gemiddeld wordt aanbevolen om de plant eenmaal per jaar te verplanten met een speciaal substraat. Gewone grond, verdund met zand en turf, is ook geschikt. Het is noodzakelijk om drainage te gebruiken in de vorm van schuim of geëxpandeerde klei, die een derde van de pot in beslag neemt.