Slangen in de symboliek van verschillende landen betekenen totaal verschillende concepten - van dood tot opstanding. In oosterse landen maakt symboliek geen onderscheid tussen deze wezens.
Zo'n complexe slangachtige symboliek
De slang kan zowel vrouwelijk als mannelijk zijn. Opmerkelijk is dat de slang aan de ene kant staat voor dood, verderf en angst, en aan de andere kant als een wezen dat een oude, onnodige huid, opstanding en leven afwerpt. Een opgerolde slang betekent een cyclus van gebeurtenissen en verschijnselen. Meestal houdt zo'n slang zich aan zijn eigen staart vast. Dit symbool komt veel voor. Het kan de dualiteit van de maan- en zonneprincipes betekenen, de dualiteit van duisternis en licht, dood en leven, ve.
Chtonische en andere betekenissen
Sinds de oudheid werd de slang als biseksueel beschouwd, als een symbool van zelfgenererende goden, voornamelijk vruchtbaar land. Dit is een vrij eenvoudig chtonisch, zonne- en seksueel symbool dat spreekt van de manifestatie van fysieke en spirituele kracht. De slang wordt in sommige primitieve religies gezien als het begin van alles.
De slang die zichzelf van de staart eet, is een uroboro, dat wil zeggen een symbool van de cyclische aard van elke manifestatie en absorptie.
Omdat de slang ondergronds leeft, schrijven mensen hem vaak het vermogen toe om met de doden te communiceren en toegang tot de onderwereld. De chtonische slang is een symbool en manifestatie van de agressieve goden van de duisternis en de onderwereld. In zijn oorspronkelijke donkere essentie verzet de slang zich tegen de zon, zoeken en spirituele krachten, en symboliseert hierdoor alles wat duister is in mensen.
De slang kan instincten, irrationele opwellingen van vitaliteit, potentiële latente energie symboliseren. De slang fungeert in veel tradities als tussenpersoon tussen de aarde en de hemel, geassocieerd met de kosmische boom. Op een meer gedetailleerd niveau is de slang een symbool van verfijning, sluwheid, bedrog, duisternis en kwaad. De meest algemeen toegeschreven rol aan de slang is die van de verleider.
Er wordt aangenomen dat er een juweel in het brein van de slang zit dat wijsheid zal brengen aan degene die het ontvangt.
In de kosmologie kan de oeroceaan worden voorgesteld als een enorme slang, die als begin en einde van alles dient. Dat wil zeggen, een slang of een slang fungeert in dit geval als een primitieve chaos.
In de oosterse traditie dienen slangen en draken als bewakers van tempels, schatten, plaatsen van macht en kennis. Draken en slangen kunnen stormen veroorzaken, de krachten van de elementen water beheersen. In eerste instantie zijn ze neutraal tegenover een persoon, dat wil zeggen, hun sympathie kan worden verdiend, maar je kunt ze ook tegen jezelf keren. Slangen fungeren vaak als bewakers van banale materiële schatten, maar ze zijn niet geneigd deze te delen.