Als plezierige hobby heeft vissen de harten van zoveel mensen veroverd. Door de belangstelling voor sport op te wekken, de noodzaak van allerlei soorten reizen, het begrijpen van de gewoonten en het gedrag van vertegenwoordigers van de waterfauna, ziet deze activiteit er zeer veelzijdig uit. Een van de basisvaardigheden van elke visser is het vermogen om uitrusting te kiezen en voor te bereiden op basis van de omstandigheden van het komende evenement. En als er in de zomer een grote keuze is aan zowel visgereedschap als uitrusting, dan is het iets eenvoudiger om een hengel uit te rusten voor wintervissen.
Het is nodig
- - kant-en-klare hengel (handvat met molen of molenhouder);
- - zes of zes-knik;
- - knikken;
- - lijnspoel;
- - vislijn;
- - mallen, kunstaas, balansgewichten, haken, zinkers, drijvers.
instructies:
Stap 1
Rust je hengel uit met een zes of zes knik. Als er wordt gevist met middelgroot en groot kunstaas, en als u van plan bent om de knik afzonderlijk in te stellen, gebruik dan een zes, anders een zes knik. Selecteer een zes op basis van kennis van de boringdiameter en de vereiste stijfheid. Tegenwoordig kun je in sport- en vis- en jachtwinkels zessen en zessen-knikken kopen voor elke smaak. Een van de verplichte eisen voor een zesdelig is dat deze van vorstbestendig kunststof moet zijn.
Stap 2
Installeer een lijnhaspel op de hengel als deze er oorspronkelijk niet mee was uitgerust. Om een molen te monteren dient er een molenhouder op de hengel aanwezig te zijn. Bij het vissen met een knik en een dobber is het zinvol om een loden molen met een geschikte spoeldiameter en remknop te installeren. Als ijsvissen gepland is, of als de diepte van vissen met een knik en een dobberhengel aanzienlijk is (vanaf vijf meter), moet u de traagheidsloze optie kiezen.
Stap 3
Rust je hengel uit met een knik. Het is vereist als beetmelder bij het vissen met jigs, vliegen, levend aas, enz. Bovendien kun je met behulp van de knik het aas veel subtieler en gevarieerder bespelen, wat vaak gewoon verbluffende resultaten oplevert. De knik wordt geselecteerd op basis van de stijfheid en lengte.
Stap 4
Wind de benodigde hoeveelheid draad op de spoel. Selecteer een lijn volgens het beoogde type vis waarop moet worden gejaagd. Dus bij het vissen op kleine vissen met jigs en levend aas heb je een dunne (ongeveer 0,15 mm) vislijn nodig, en bij het slepend vissen een dikkere.
Stap 5
Bevestig aas, zinkers, dobber aan de lijn. Leid de lijn door de ingangsring van de hengel, de zes ringen (indien aanwezig) en de leider. Als de staaf een vlotterstaaf is, rijgt u de lijn door het vlotterbevestigingssysteem. Voeg indien nodig verplaatsbare of vaste gewichten toe. Bevestig een mal, haak, balancer of lepel aan het einde van de lijn.