Een fervent gitarist zal gemakkelijk elk akkoord op de snaren spelen. Maar hoe begrijp je de akkoorden die in de noten zijn opgenomen? Deze of gene combinatie van geluiden kan worden verklaard vanuit het oogpunt van muziektheorie. Akkoordopname bestaat uit Latijnse letters en cijfers. Elk van deze symbolen heeft een bepaalde betekenis.
instructies:
Stap 1
De letter in de naam van het akkoord vertelt welke noot aan de basis van het akkoord ligt (met andere woorden, op welke noot het is gebouwd). In de muziektheorie wordt de volgende notatie van noten geaccepteerd:
C - noteer "voor";
D - noteer "D";
E - noteer "mi";
F - noteer "fa";
G - noteer "zout";
A - noteer "la";
H - noteer "si";
B - de noot "Bes". Als er naast de letter een scherp of plat teken ("#", "b") staat, wordt de aangegeven noot respectievelijk met een halve toon verhoogd of verlaagd.
Stap 2
De letters in de akkoordaanduiding kunnen hoofdletters of kleine letters zijn. Een "m" kan ook worden toegevoegd aan een hoofdletter. Een kleine letter in een akkoordnaam of een "m" toegevoegd aan een hoofdletter geeft aan dat dit akkoord geen majeur akkoord is, maar een mineur akkoord. Het verschil tussen de twee frets is de locatie van de kleine terts in het akkoord.
Stap 3
Overweeg nu de directe structuur van het akkoord. Als het alleen met letters wordt aangegeven, dan heb je een drieklank voor je, dat wil zeggen drie klanken die in drieën zijn gerangschikt. De grote drieklank is de grote en kleine terts, en de kleine is de kleine en grote terts.
Als het cijfer "6" is toegewezen aan de letter van het onderstaande akkoord, dan is dit een zesde akkoord. Het bestaat uit een derde aan de onderkant en een vierde aan de bovenkant. In een majeur sext akkoord is de terts een mineur, en in een mineur is het een majeur.
Als het nummer "7" is toegewezen aan de letteraanduiding van een akkoord, is het een septiemakkoord. Dit is een consonantie van vier klanken die in tertsen zijn gerangschikt.
In gitaarmuziek komen alle bovenstaande akkoorden het vaakst voor.