Maliënkolder kan onafhankelijk van metaaldraad worden geweven. Dit vereist geen speciale technische vaardigheden, aangezien de weeftechnologie vanaf de middeleeuwen tot ons kwam.
Het is nodig
7-8 kg staaldraad met een diameter van 1,5 mm, een staaf met een diameter van 7,5 mm en een lengte van 30 cm, een bankschroef voor de staaf, een schaar voor het snijden van metaal, een tang - 2 stuks, een paar handschoenen
instructies:
Stap 1
Maak een klein doorgaand gat in de staaf om de draad in te steken. Zet de staaf vast in een bankschroef. Steek een draad in het gat en wikkel het vervolgens in een spiraal rond de staaf. Je kunt een spitvormige staaf maken, dan is het gemakkelijker om op te winden.
Stap 2
Nadat u de hele lengte van de staaf hebt omwikkeld, verwijdert u deze van de bankschroef en verwijdert u de resulterende draadveer. Pak vervolgens de tang en rek deze een beetje uit zodat de ringen op enige afstand van elkaar staan. Het is niet nodig om recht te trekken.
Stap 3
Neem een schaar en knip de spiraal aan de boven- of onderkant door. De ringen zullen van elkaar scheiden. Maak van tevoren een dienblad voor ze klaar. Groepeer de ringen in groepen van vijf.
Stap 4
Bind de uiteinden van de 4 ringen aan elkaar zodat er geen gaten in zitten. Rijg ze vervolgens op de vijfde ring. Je krijgt een blanco met 4 ringen aan de zijkanten en één in het midden. Maak er negen van.
Stap 5
Pak twee blanco's en een losse ring uit de lade met open uiteinde. Steek in deze ring 2 aangrenzende ringen van de eerste vijf en nog 2 aangrenzende ringen van de tweede vijf. Breng de uiteinden van de ring bij elkaar. Je krijgt een maliënkolder met drie rijen (4 ringen aan de boven- en onderkant en 3 in het midden).
Stap 6
Verbind dit poststuk op dezelfde manier met andere vijven. Je krijgt een lang lint. Maak nog een tape en voeg ze als volgt samen met losse ringen. De twee buitenste onderste ringen van het eerste lint worden aan elkaar geregen met de twee buitenste bovenste ringen van het andere lint tot een vrije ring, enz. Het blijkt een maliënkolder te zijn.