Orchideeën worden beschouwd als prinsessen onder de bloemen. Ze zijn zachtaardig en mooi, maar net als echte aristocraten zijn ze buitengewoon wispelturig. Beginnende liefhebbers van kamerplanten zijn bang om ze te kweken. Een orchidee kweken in een pot is echter niet zo moeilijk. Eerst moet je angst overwinnen, want alle ervaren kwekers waren ooit beginners.
Het welzijn van elke plant hangt af van verschillende factoren. Dit zijn bodem, verlichting, irrigatie- en sproeiregime, topdressing, enz. Je moet beginnen met het kiezen van een pot en aarde. De pot moet zo zijn dat hij de epiphytum-orchidee rechtop kan houden en voldoende vocht rond de wortels kan behouden. Keramische potten zijn niet erg geschikt. De ideale optie zijn netten met een kleine mazen, plastic containers en andere soortgelijke containers. Het belangrijkste is dat de grond er niet uitloopt.
Wat betreft de grond voor de orchidee, deze is heel specifiek. Gewone tuingrond is niet goed. In winkels kun je een speciaal substraat voor orchideeën zoeken, maar het is zelden te koop, tenzij er een groot tuincentrum of kwekerij in de buurt is. Grond voor phalaenopsis is geschikt voor epiphytums, voor terrestrische orchideeën voor cymbidium. Als alleen de eerste grond in de aanbieding is, en je hebt een aardorchidee, voeg dan een beetje droog mos toe aan het grondmengsel.
Je kunt ook zelf een mengsel maken van ongeveer dezelfde delen houtvezels, kolen, klei, grof rivierzand, mos. Voeg wat vermiculiet toe. Het is beter om korrelige klei te nemen, deze kan worden gekocht in een winkel die goederen voor tuiniers verkoopt. Daar vind je ook vermiculiet, dat met succes is vervangen door perliet. Alle componenten moeten worden geplet, gemengd, in een container worden geplaatst en droge bladeren worden toegevoegd. Deze grond is geschikt voor zowel epifyten als terrestrische orchideeën.
Het is belangrijk om te zorgen voor een normaal lichtregime, maar verlichting moet helaas vaak empirisch worden bepaald. Een gezonde orchidee heeft lichtgroene, felgroene of roodachtige bladeren. Het verschijnen van geelheid duidt op een teveel aan licht, verdonkering - een gebrek.
Verschillende orchideeën vereisen verschillende bewateringsregimes. Phalaenopsis, populair bij tuinders, houdt bijvoorbeeld van vochtige grond, maar tolereert geen uitdroging of wateroverlast. Hetzelfde geldt voor cymbidium en odontoglossum, maar oncidium en sommige andere orchideeën moeten periodiek uitdrogen.
Orchideeën hebben een hoge luchtvochtigheid nodig en kunnen uitdrogen uit de lucht verdragen. Het is handig om bakken met water naast de bloemen te plaatsen. Dit zorgt voor het nodige vocht. Zorg ervoor dat de trays niet in contact komen met de potten waarin de orchideeën groeien. Soms moeten planten worden besproeid, vooral als de kamer warm is.
Om orchideeën te laten bloeien, moet je zorgen voor een verschil tussen dag- en nachttemperaturen. Deze planten voelen heerlijk aan als de thermometer overdag oploopt tot zo'n +27°C. 'S Nachts mag de temperatuur niet hoger zijn dan + 13 ° C. Als de temperatuur hoog is, maar er is geen druppel, zullen de orchideeën niet sterven, maar hoogstwaarschijnlijk zullen ze niet bloeien.
