Hoe De Ene Afbeelding Naar De Andere Te Verplaatsen In Photoshop

Inhoudsopgave:

Hoe De Ene Afbeelding Naar De Andere Te Verplaatsen In Photoshop
Hoe De Ene Afbeelding Naar De Andere Te Verplaatsen In Photoshop

Video: Hoe De Ene Afbeelding Naar De Andere Te Verplaatsen In Photoshop

Video: Hoe De Ene Afbeelding Naar De Andere Te Verplaatsen In Photoshop
Video: Afbeeldingen verkleinen, uitsnijden en comprimeren | Photoshop en Afbeeldingen 2024, December
Anonim

De grafische editor Photoshop ondersteunt het werken met lagen. Hierdoor hebben gebruikers de mogelijkheid om de ene afbeelding op de andere te verplaatsen, de transparantie en overvloeimodus van lagen te wijzigen, lagen te wisselen, met andere woorden, een breed scala aan creativiteit en de mogelijkheid om behoorlijk interessante resultaten te krijgen na een reeks van eenvoudige handelingen.

Hoe de ene afbeelding naar de andere te verplaatsen in Photoshop
Hoe de ene afbeelding naar de andere te verplaatsen in Photoshop

Het is nodig

  • Photoshop-programma
  • Meerdere afbeeldingen

instructies:

Stap 1

Open de afbeeldingen waarmee u wilt werken in Photoshop. Gebruik hiervoor de opdracht Openen in het menu Bestand of de sneltoets Ctrl + O. Selecteer in het verkennervenster de benodigde afbeeldingen door erop te klikken met de linkermuisknop terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt. Klik op de knop "Openen".

Stap 2

Plaats de ene afbeelding op de andere. Klik hiervoor met de linkermuisknop op het venster met het bestand dat u over een andere afbeelding gaat invoegen. Selecteer de afbeelding met de sneltoets Ctrl + A of de opdracht Alles in het menu Selecteren.

Kopieer de geselecteerde afbeelding met de sneltoets Ctrl + C. U kunt de opdracht Kopiëren in het menu Bewerken gebruiken.

Ga naar de afbeelding die je als achtergrond gaat gebruiken door met de linkermuisknop op het venster met deze afbeelding te klikken.

Plak de gekopieerde afbeelding met de sneltoets Ctrl + V. Hetzelfde kan gedaan worden met de opdracht Verleden in het menu Bewerken.

Stap 3

Pas zo nodig het formaat van de ingevoegde afbeelding aan. Om dit te doen, klikt u in het Lagen-palet ("Lagen") met de linkermuisknop op de laag met de ingevoegde afbeelding en past u de opdracht Transformeren ("Transformeren") toe, item Schaal ("Grootte") uit het menu Bewerken ("Bewerken"). Verklein of vergroot het formaat van de afbeelding door de muis rond de hoek van het kader dat rond de afbeelding verschijnt te slepen. Pas de transformatie toe door op de Enter-toets te drukken.

Stap 4

Verberg onnodige details van de afbeelding die op de achtergrond zijn geplaatst, of wijzig de transparantie van de afzonderlijke gebieden met behulp van een laagmasker. Klik hiervoor met de linkermuisknop op de knop Laagmasker toevoegen onder aan het palet Lagen. In het palet "Extra", dat zich aan de linkerkant van het programmavenster bevindt, selecteert u het penseel ("Brush"). Klik met de linkermuisknop op het laagmaskerpictogram. Overschilder met zwart de delen van de ingevoegde afbeelding die u wilt verbergen. Ze zullen transparant worden. Om een vloeiende overgang van de geplakte afbeelding naar de achtergrond te krijgen, verlaagt u de parameter Hardheid van het penseel. U kunt de penseelparameters aanpassen in het penseelpaneel ("Brush"), dat zich onder het hoofdmenu bevindt.

Stap 5

Pas de kleuren van de bovenste laag aan door de kleurbalans aan te passen. Dit kan worden gedaan via het menu Afbeelding, het item Aanpassing, het subitem Kleurbalans. Verplaats de schuifregelaars om een harmonieuze combinatie van de onderste en bovenste lagen te bereiken.

Stap 6

Sla het resultaat op met de opdracht Opslaan in het menu Bestand. Sla het bestand op in PSD-formaat om terug te kunnen keren naar het bewerken van de lagen in dit bestand.

Aanbevolen: